Energie is goedkoper geworden.

Bij de jaarwisseling horen berichtjes met beste wensen, maar ook met meldingen over nieuwe tarieven. Zo ook een bericht van de lokale monopolist in warmte.

Jeroen van Rossum

12/27/20258 min read

Door ontwikkelingen op de wereldmarkt is energie goedkoper geworden.

Een oorzaak vinden we in een groot land aan de andere kant van de oceaan, waar veel energie verbruikt wordt. De werkelijke economie (de productie van materiële goederen) raakt er steeds meer in het slop, sinds haar nieuw verkozen president een protectionistisch beleid voert. Maar ook lijkt een ander groot land waar onze energiekosten mee verbonden zijn er steeds beter in te slagen om een verbod te omzeilen op het exporteren van gas en olie.

Een andere oorzaak lijkt dat het gebruik van alternatieve energie, elektriciteit die is opgewekt door zonnecollectoren en windmolens, effect krijgt. Het is als met files op autosnelwegen: als er 5% minder auto's willen rijden, dan hoeft er niemand meer in de file te staan. Verbruiken wij een klein beetje minder olie, dan merk je dat al snel in de prijs.

Sinds een jaar of veertig kun je zelf kiezen bij wie je een abonnement voor je telefoon afsluit. Oorspronkelijk werd het signaal uitsluitend gedistribueerd over het bestaande telefoonnetwerk van KPN. Al snel bleek dat het signaal ook te distribueren is over de kabel van de kabeltelevisie, wat tegenwoordig vaak van Odido is. Tegenwoordig kunnen wij ons zelfs niet meer voorstellen hoe het zou zijn zonder het alternatief van de ether, waar een reeks frequenties gebruikt wordt voor telefonie en internet.
Abonnementen kun je krijgen bij dure providers die pretenderen hoge kwaliteit diensten te leveren, en bij goedkope providers die restcapaciteit huren van de dure providers. Wij als eenvoudige consumenten hoeven niet echt te onderzoeken hoe ons signaal wordt getransporteerd, voor ons volstaat dat we kunnen bellen en dat het licht van onze smartphone niet uit gaat.

Elektriciteit wordt gedistribueerd via een vast netwerk van kabels. Hoe die elektriciteit wordt vervoerd, dat hoef je eigenlijk niet te weten. Wij kiezen gewoon een goedkope leverancier. Soms willen we een soort belofte van onze leverancier: dat er voornamelijk elektriciteit wordt ingekocht die is opgewekt in Nederland, met wind of met zonnecollectoren. Zelf kijk ik ook nog naar de opbouw van de prijs, die deels bestaat uit vaste lasten en deels uit variabele lasten. Omdat ik heel gehoorzaam zo weinig mogelijk verbruik, heeft een lage prijs per kWh minder invloed op mijn uiteindelijke rekening dan een hoog vast bedrag per maand.

Nou woon ik in een huis met Stadsverwarming. Dat heeft de gemeente afgedwongen van de projectontwikkelaar die het huis bouwde. Ooit was Stadsverwarming een goed idee, maar dat is lang geleden. De techniek die tegenwoordig wordt gebruikt is dat in een centrale water wordt verwarmd met voor een belangrijk deel aardgas, waarna dit warme water soms wel kilometers ver wordt vervoerd door buizen in de grond. Onderweg koelt dat water een klein beetje af; een kniesoor die daar op let. In de meterkast in mijn huis wordt koud leidingwater verwarmd met het vers aangevoerde warme water, om mee te douchen en om de radiatoren in het huis te verwarmen. Voor wie het echt wil weten: je huis verwarmen is alsof de de hele dag de warme douche laat stromen (kost net zo veel).

Het zou natuurlijk veel efficiënter kunnen, door te douchen met water uit een boiler - helemaal feest als je daar elektriciteit van eigen zonnecollectoren voor gebruikt. Dat komt de verkoper van Stadsverwarming niet goed uit. Daarom staat er in het contract dat je het moet melden als je zonnecollectoren aanschaft - want dan ga je een hoger abonnementstarief betalen. Zo is ook vastgelegd dat je de Stadsverwarming niet mag opzeggen. Volle controle dus, door de verkoper. Andere verkopers zijn er niet, dus als consument kan ik gewoon gemangeld worden door een monopolist.

De politiek doet krachteloos haar best om mij te beschermen. De hoeveelheid warmte die je afneemt wordt uitgedrukt in GJ (giga joule, een kWh is gelijk aan 0,0036 GJ; het aantal seconden per uur veroorzaakt dat gekke getal 36). Misschien klinkt het allemaal bekend, vooral als je natuurkunde hebt gehad op school. Het energiebedrijf mag aan jou factureren volgens het principe dat officieel "niet meer dan anders" heet. Daarbij moet je twee componenten onderscheiden: verbruik en vaste lasten. De theorie is dat wordt berekend wat het had gekost als je zelf een gasgestookte ketel had gehad. Hoewel iedereen dit goed verbergt, vermoed ik dat het verschil met wat het echt kost wordt bijgelegd door de overheid - vaak net zo veel als wat jij zelf al betaalt. Als je de subsidie niet ziet in een factuur aan de gemeente, wordt die ook vaak gegeven in de vorm van goedkopere of soms zelfs gratis grond, als er nieuw gebouwd wordt. In de praktijk zal het energiebedrijf gewoon naar zichzelf toe rekenen: in het onwaarschijnlijke geval dat Stadswarmte "opwekken" ooit goedkoper uitpakt dan wanneer je een eigen ketel zou hebben (en de overheid het tekort niet hoeft te subsidiëren), dan betaal je gewoon wat je kwijt was geweest met een eigen ketel.

De politiek hoopt dat de overheid niets meer hoeft bij te leggen als een groter deel van de huishoudens is aangesloten. Een misvatting, als je de techniek van Stadsverwarming begrijpt. De productie en het vervoer van warmte zijn zo inefficiënt, dat ze duurder blijven dan individuele verwarming. Een nadeel dat ik niet verder zal uitdiepen is dat innovatie van individuele oplossingen wordt tegengegaan door de verplichte afhankelijkheid van het energiebedrijf.

Het ideaal is om te verwarmen met restwarmte, het afval dat resteert bij de productie van andere nuttige dingen, in de vorm van koelwater. De hoeveelheid beschikbare restwarmte is echter beperkt, op sommige plaatsen zelfs niet aanwezig.

Het effect heb ik gezien in een vergelijking tussen de binnenstad van Utrecht en de gemeente Nieuwegein. In de binnenstad van Utrecht waren kosten en baten ooit gelijk aan elkaar, omdat er winst werd gemaakt door een elektriciteitscentrale met koelwater die stond tussen een ziekenhuis en winkelcentrum Hoog Catharijne. In Nieuwegein werd net zoveel verlies geleden als de omzet groot was, bij gebrek aan koelwater van industrie. Dat ziekenhuis is in 1989 verhuisd naar Science Park Utrecht. Ook de oude elektriciteitscentrale is verdreven uit de stad; als vervanging wordt nu elektriciteit opgewekt door een (gasgestookte) centrale op industrieterrein Lage Weide aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal. Is er voldoende elektriciteit aanwezig op het net, dan wordt gewoon gas verbrand om water te verwarmen voor de Stadsverwarming. Als het hele landschap wit is wegens sneeuw, dan zie je aan het groene gras waar de leiding met warm water loopt - je kunt dan precies zien waar wij met elkaar betalen voor verwarming van de natuur. Minder zichtbaar is (dat bij) de centrale aan de stadse kant van het kanaal, de oudere Centrale Merwedekanaal. Toch blijft het idee gelijk, er wordt schaars aardgas verbrand om water te verwarmen dat vervolgens kilometers lang de natuur verwarmt, onderweg naar kantoren en woningen.

Al eerder had ik meegemaakt dat Stadsverwarming in Culemborg werd afgekoppeld wegens te hoge kosten. In de winter zag je tussen het flatgebouw waar ik woonde en de (aardgasgestookte) centrale in de wijk een strook van anderhalve meter breed, waar alle sneeuw was weggesmolten als voor de zon. Gevolg was een onbeheersbare torenhoge rekening voor warmte, die na installatie van individuele gaswandketels met zestig procent daalde; de huurverhoging van de woningcorporatie voor de hele verbouwing was al in de resterende kosten verrekend.

Gaat het de overheid minder kosten als een groter deel van de woningen Stadsverwarming gaat gebruiken? Neen, helaas, dan zal hooguit de rekening oplopen. Dat komt doordat de door het energiebedrijf te factureren kosten zijn gekoppeld aan de prijs van aardgas, een ooit gekozen externe factor - die ook de feitelijke situatie benadert. Met meer verbruikers bereik je hooguit dat het aandeel restwarmte daalt ten opzichte van het aandeel met aardgas "opgewekte" warmte. Ook jammer is dat het transport zo inefficiënt is. Gaat dat minder worden als de energieprijzen op de wereldmarkt hoger worden? Naast dat de afgelopen jaren anders hebben uitgewezen (bij hoge energieprijzen moet de overheid de consument redden): neen, bij hogere energieprijzen mag het energiebedrijf meer factureren voor het opwekken van warmte, zowel wanneer het gebeurt met restwarmte als wanneer het (zoals in werkelijkheid) gedaan wordt door aardgas te verbranden.

Naast het verbruik omvat "niet meer dan anders" ook de component vaste lasten. Wat kost het om een zuinige gaswandketel aan te schaffen, te installeren, te onderhouden, en af en toe te vervangen? Wat kost het om een rookkanaal in je huis te bouwen en te onderhouden? Het energiebedrijf mag een vervangend bedrag factureren voor rente, aflossing en onderhoud. Dat wordt gebruikt om zelf infrastructuur aan te leggen en te onderhouden. Aan de boekhouding van het energiebedrijf de creatieve taak om de winst die daar op gemaakt wordt weg te sluizen; dit gaat om serieuze knaken, die ons land verlaten.

Keurig weggewerkt in algemene voorwaarden is dat het voor het energiebedrijf extra aantrekkelijk is om te leveren aan een flatgebouw. Je ziet dat vooral als het flatgebouw bestaat uit appartementen waarvan de particuliere eigenaren (bewoners) samen een VvE hebben. Het energiebedrijf levert haar warmte af in een centrale stookruimte in de kelder van het gebouw en meent daarmee haar taak verricht te hebben. Omdat er warmte wordt afgeleverd die gebruikt wordt door bijvoorbeeld 56 wooneenheden in het flatgebouw, wordt die 56 keer het vaste maandelijkse bedrag per individueel huishouden aan vaste lasten gefactureerd. De bewoners (leden van de VvE) mogen zelf opdraaien voor de kosten om de warmte binnen het gebouw te distribueren. Dat brengt een forse aanvullende rekening met zich mee, voor aanleg, rente, onderhoud en vervanging van leidingen. Een gemeente die voorschrijft dat iedereen moet worden aangesloten op Stadsverwarming heeft zich duidelijk niet verdiept in de werkelijkheid.

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was energie niet zo duur als tegenwoordig. Bovendien vonden we dat iedereen gelijk is aan elkaar, en leefden we in een "verzorgingsstaat". Wij vonden dat goederen die iedereen gebruikt collectief betaald zouden moeten worden. Water en energie heeft iedereen nodig, evenals bijvoorbeeld onderwijs. Het kwam nog net niet van gratis voedsel in de supermarkt, ook al at iedereen ongeveer evenveel aardappels en groenten. Misschien speelde mee dat het onzin gevonden werd om collectief te betalen voor de biefstuk die sommige mensen dagelijks op tafel wensten. Zet ik de verwarming op 18 graden Celsius of op 23 graden Celsius? Verwarm ik ook ruimtes waar ik alleen 's nachts of soms zelfs nooit kom? Laat ik wel of niet een raam open staan terwijl de verwarming aan staat? Vragen die na de energiecrises van 1973 en 1979 langzaam deel gingen uitmaken van een actueler besef dat individuele keuzes invloed kunnen hebben op je consumptie van energie. Zo verschenen er op radiatoren in flatgebouwen "vloeistofverdampingsmeters" (VVM); het aantal milliliter verdampte vloeistof uit jouw VVM, als deel van dat voor het hele flatgebouw, bepaalde welk deel van het totale verbruik voor jouw rekening kwam. Soms werd nog wel 30% tot 70% van het totale verbruik collectief omgeslagen; niet iedereen heeft de mazzel te kunnen profiteren van buren die hun appartement (en daarmee de muren) flink verwarmen. Wat blijft is dat alles wat gebeurt voorbij de collectieve meter in de kelder van het flatgebouw, betaald moet worden door de bewoners - ook al betalen de bewoners daar ook al voor aan het energiebedrijf, via het "niet meer dan anders" principe.

Absolute winstpakker voor het energiebedrijf lijkt de warmtewisselaar te zijn, het apparaat waarmee het koude leidingwater met Stadsverwarming wordt opgewarmd voor douchewater en water om radiatoren in huis te verwarmen. Dit is een van de componenten die de verbruiks-onafhankelijke vaste lasten vormen, bij mij 71% van de totale kosten van Stadsverwarming. De hier heersende monopolist meent dat de warmtewisselaar geen deel uitmaakt van "niet meer dan anders". Het is apparatuur die bij de bouw van mijn huis is geïnstalleerd, zoals dat ook gebeurde met de watermeter en de elektriciteitsmeter. Waarom ik er in het komend jaar toch 19% meer voor moet betalen dan in het afgelopen jaar, is niet duidelijk.