BTW op import margegoederen

Over slechte voorlichting van de Belastingdienst, nadat een kunsthandelaar met een dure advocaat teveel BTW betaalde door het regime voor margegoederen te gebruiken.

Jeroen van Rossum

9/10/20233 min read

Stond er nou alweer een fout in het vakblad? Wat ik las kon niet kloppen. Zoals ik het las moest je BTW afdragen over zowel de marge als over de bij invoer betaalde BTW, bij aangifte volgens het margestelsel. Het ging over kunstvoorwerpen (zoals schilderijen), maar zou ook gelden voor auto’s en meubeltjes.

Laat mij dat even uitdrukken in getallen, want dan spreekt het denk ik beter. Gesteld je koopt op de automarkt in Antwerpen een auto voor € 4.000 waarover je bij de grens € 840 BTW betaalt; met 15% opslag verkoop je de auto voor € 5.566 in Nederland. Als je dan € 272 BTW in plaats van € 126 BTW moet afdragen, doet dat flink pijn.

Belastingdienst: Omdat ik het zeg

Als bron werd verwezen naar een stukje op de site van de Belastingdienst, en daar stond weinig meer in. Wat ik de journalist van het vakblad kwalijk neem is dat hij het stukje van de Belastingdienst klakkeloos overnam, zonder op de achtergrond in te gaan. Je wilt toch kunnen uitleggen waarom het zo is? “Omdat ik het zeg” is geen goede reden.

Met wat graven vond ik een Arrest van het Duitse Hof (Eerste kamer) van 13 juli 2023 [ECLI:EU:C:2023:565], waar kennelijk iedereen zich op baseert. Het gaat over een in Duitsland bekende keten kunstgalerieën, die kunst verkoopt die is aangekocht van Europese kunstenaars.

De Europese gedachte

De pijn zit in de formulering van Art 315 van de Europese Richtlijn: “De winstmarge van de belastingplichtige wederverkoper is gelijk aan het verschil tussen de door de belastingplichtige wederverkoper voor het goed gevraagde verkoopprijs en de aankoopprijs.” Hoe moeilijk kan het zijn om aan de Rechter uit te leggen dat bij juiste interpretatie van deze Richtlijn de via ICL betaalde BTW moet worden meegerekend als deel van de aankoopprijs? Doel van de Richtlijn is, zoals ook het Hof nog eens noemt, fiscaal voordeel ten opzichten van anderen te voorkomen. Een fiscaal nadeel is net zo erg als een fiscaal voordeel, doel van Europese regels is om een gelijk speelveld te scheppen. Bij de nu gebruikte interpretatie wordt kunst die elders in de EU is geproduceerd fiscaal zwaarder belast dan kunst die lokaal is geproduceerd, en dat gaat in tegen de Europese gedachte.

De kunsthandelaar heeft een dure advocaat, met naam en toenaam genoemd in het Arrest, die natuurlijk meer verdient aan procederen dan aan een eerlijk advies. De kunsthandelaar zal gewend zijn aan het regime voor margegoederen, zonder er meer van te weten.

Geen margeregeling bij aankoop met BTW

Je zou gealarmeerd kunnen raken door Art 314 van de Richtlijn, waarin wordt beschreven van welke personen je kunt aankopen om de margeregeling van toepassing te laten zijn. Dat gaat om allemaal situaties waarin de verkoper geen BTW hoeft af te dragen. Je krijgt daar dus geen factuur van met (nul procent) BTW van, dus ik zie geen reden om ICL aangifte te doen. In het rekenvoorbeeld dat ik hier voor noemde kun je dan dus € 840 besparen. Van de verkoop moet je wel de genoemde € 272 BTW afdragen. Om latere problemen met de Belastingdienst te voorkomen zou ik deze interpretatie wel even door de Belastingdienst laten bevestigen.

Keuzerecht gaat voor globalisatiemethode

Haal je bakzeil met de totale vrijstelling van BTW over inkopen, dan is er altijd nog Art 316 dat een keuzerecht biedt. Dit keuzerecht gaat over de vrijheid om voor ieder verkocht ding zelf te bepalen of je BTW afdraagt van de totale verkoopprijs of van de marge. Dat vereist dat je bij de Belastingdienst hebt aangegeven dat je administreert per individueel goed. Je maakt dan geen gebruik van de globalisatiemethode, waarbij je alle verkopen op een grote hoop gooit en ook alle inkopen. Belangrijk is dus dat je het goed administreert, precies wat een kunsthandelaar kan tegenstaan.

Koop je bij een leverancier voor meer dan € 500 in dan ben je toch al verplicht om de inkoop individueel te registreren. De Belastingdienst schijft op haar site zelfs “Zowel voor de individuele methode als voor de globalisatiemethode gelden de volgende 4 extra verplichtingen”, waaronder dat je margegoederen en andere goederen in je administratie gescheiden houdt.

Nooit margestelsel bij afgifte factuur met BTW

Geef je aan je klant een factuur met BTW, dan ben je verplicht om voor deze individuele verkoop de volledige omzet aan te geven – en om de bij of vanwege inkoop betaalde BTW te verrekenen als voorheffing. In het rekenvoorbeeld moet je dan van de verkoop wel € 966 afdragen maar je krijgt genoemde € 840 terug, waardoor je per saldo € 126 BTW afdraagt.

Wat ging er samenvattend mis in de kwestie met de kunsthandelaar? Mag ik het er op houden dat mensen zich zo hadden ingegraven in het behalen van hun gelijk, dat ze blind waren voor creatieve oplossingen?

Jeroen van Rossum, 10 september 2023.